Het notarieel testament, de onderhandse akte en het codicil; voor elk wat wils

De wet zegt dat een uiterste wil een eenzijdige rechtshandeling is, waarbij een erflater (= de persoon die een erfenis nalaat) een beschikking maakt, die eerst werkt na zijn overlijden. Het gaat dus om een verklaring van de erflater over wat hij of zij wil dat er na zijn of haar dood gebeurt. Alleen de erflater kan de uiterste wilsbeschikking maken en het gewenste gevolg totstandbrengen en dit gevolg treedt dus pas in als de erflater overlijdt. Er mag maar één persoon betrokken zijn bij het opstellen van de uiterste wilsbeschikking, namelijk de erflater. Het kan dus geen overeenkomst tussen meerdere personen zijn. Ook is het niet mogelijk dat er in één akte de uiterste willen van meerdere personen worden vastgelegd. Echtgenoten moeten dus ieder afzonderlijk een testament opstellen. Er kunnen ook geen aparte overeenkomsten worden gemaakt waarin een erflater met iemand overeenkomt dat hij of zij aan de ander iets zal nalaten of waarin wordt afgesproken dat de erflater zijn of haar testament niet zal wijzigen.

Wel kan de uiterste wil in verschillende vormen worden vastgelegd, namelijk het notariële testament, de onderhandse akte en het codicil.

Het notarieel testament

Verreweg de meeste mensen laten hun testament opmaken door de notaris. In dat geval bespreekt men de uiterste wil met de notaris, die deze wil vastlegt in een notariële akte. Omdat het om een notariële akte gaat moet het notarieel testament voldoen aan de vereisten die worden gesteld in de Landsverordening op het Notarisambt. Voordeel van het laten opmaken van het testament is dat de notaris op de hoogte is van wat er wettelijk en praktisch gezien wel en niet kan en mag en wat bijvoorbeeld de fiscale gevolgen zijn van de uiterste wil.

De onderhandse akte

Een erflater kan ook zelf een uiterste wil opstellen, de onderhandse uiterste wil. Dit kan heel eenvoudig, maar het moet wel aan een aantal vereisten voldoen om geldig te zijn. Zo moet diegene die de onderhandse uiterste wil opstelt zelf in staat zijn om het te lezen. Hij of zij hoeft het dus niet per se zelf te schrijven, maar moet het wel kunnen lezen. Dit is logisch want de erflater moet kunnen controleren of datgene dat er staat ook echt overeenstemt met zijn of haar wil. Ook moet de erflater de onderhandse uiterste wil ondertekenen en als de akte uit meer dan één bladzijde bestaat, moeten de bladzijden worden genummerd en moet de erflater op iedere bladzijde een handtekening zetten. Het nummeren van de bladzijden en het zetten van een handtekening op elke bladzijde hoeft niet als de erflater de uiterste wil zelf met de hand schrijft. Wel moet hij of zij de akte dan aan het einde ondertekenen. Vervolgens moet de onderhandse uiterste wil aan een notaris ter hand worden gesteld. Daarbij moet de erflater aan de notaris verklaren dat het stuk zijn of haar uiterste wil bevat en dat aan de eerdergenoemde vereisten is voldaan. Ook kan de erflater bepalen dat het stuk – mits het gesloten aan de notaris ter hand wordt gesteld – alleen mag worden geopend als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De notaris maakt van het inbewaargeven en de verklaringen van erflater een akte op en die akte moet door zowel de notaris als de erflater worden ondertekend. De onderhandse uiterste wil blijft in bewaring bij de notaris.

Het codicil

Een uiterste wil kan alleen worden gemaakt bij een notariële akte of bij een aan een notaris in bewaring gegeven onderhandse akte, zo zegt de wet. Toch is hier een uitzondering op, namelijk het codicil. In een codicil kunnen maar een aantal dingen worden geregeld. In een codicil kunnen legaten worden gemaakt ten aanzien van kleren, lijfstoebehoren en bepaalde sieraden en van bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken. Sieraden, inboedelgoederen en boeken moeten specifiek worden benoemd. Er kan dus geen verzameling boeken worden gelegateerd. Ook kan in een codicil worden bepaald dat de goederen die in het codicil worden gelegateerd, niet in een huwelijksgemeenschap zullen vallen. Dit lijkt in eerste instantie overbodig omdat op basis van het Curaçaos relatievermogensrecht erfrechtelijke verkrijgingen niet in een huwelijksgemeenschap vallen. Toch zijn er situaties denkbaar waarin dit toch zinvol kan zijn. Denk bijvoorbeeld aan een erfenis voor iemand die getrouwd is naar het recht van een land waarbij de erfenis wel in een huwelijksgemeenschap valt of als er huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt waarin staat dat te verkrijgen erfenissen gemeenschappelijk zullen zijn. Tot slot kunnen in het codicil wensen worden opgenomen over de uitvaart en over orgaandonatie. Andere zaken kunnen niet in een codicil worden geregeld.

Het codicil moet ook aan bepaalde vereisten voldoen. Een codicil moet met de hand geschreven zijn, voorzien zijn van een datum en ondertekend zijn.

Het herroepen van de uiterste wilsbeschikking

Voor het herroepen van een uiterste wilsbeschikking gelden dezelfde voorwaarden als voor het maken ervan. De notariële akte moet dus door middel van een notariële akte worden herroepen. De onderhandse wilsbeschikking die bij de notaris in bewaring is gegeven kan worden teruggevraagd en het codicil kan worden vernietigd (door bijvoorbeeld verscheuren of verbranden) door de erflater. Pas op met het doen van een algemene herroeping zoals die vaak gezien worden in notariële testamenten. Daarin valt dan te lezen: “ik herroep alle eerder door mij gemaakte uiterste wilsbeschikkingen”. Daaronder valt in dat geval ook bijvoorbeeld een codicil en deze verliest daarmee haar geldigheid.

Wilt u meer weten of heeft u vragen over bijvoorbeeld de geldigheid van een testament of codicil dan zijn wij u graag van dienst.

– Auteur: mr. Carla van der Slikke

– Datum: 12 juli 2021